Museum Rotterdam

Vooruit, vooruit kijk vooral niet om. Wie vooruit kijkt, ziet een toekomst waarin alles beter wordt. Zo was Rotterdam in 1946. Het Basisplan voor de Wederopbouw was meer dan een stadsplan; een blauwdruk voor een nieuw en socialer Rotterdam. Rotterdam zou het arbeidzame en stoere karakter van de stad niet prijsgeven, maar de arbeid diende in schoonheid te worden verpakt. Rotterdam zou in 2000 de grote, moderne, sociale stad van Nederland zijn. 

Rotterdam bouwde aan een nieuwe gemeenschap en dat verhaal werd hier in Het Timmerhuis geschreven, een epos van de wederopbouw. Het Stadstimmerhuis, zoals het gebouw oorspronkelijk heette, was van architect J.R.A. Knoops, niet bepaald iemand die je associeert met het moderne Rotterdam. Vanuit een traditioneel, ambachtelijk, en zeker  qua uitstraling ambtelijk aandoend gebouw, werd in hoog tempo in het stresshuis aan de modernste stad van Nederland getimmerd.

Maar hoe modern was Rotterdam eigenlijk? Hoe zou Le Corbusier – beschouwd als de grootste architect van de 20ste eeuw: voor de 21ste eeuw zijn er ander kandidaten – erop terugkijken? Wat voor stad zou Rotterdam geweest zijn als hij en niet Van Traa in het Stadstimmerhuis de regie had gevoerd?  In zijn roman Het Diepste Punt van Nederland fantaseert Henk Hoflands alter ego Arnold Boekesteijn hierover.  Hij wil een ontwerp voor Rotterdam, “groot, hoog, rijzig”. Dat is er ook gekomen, maar wel pas nadat het Basisplan in 1985 werd vervangen door een nieuw Binnenstadsplan.

De wederopbouw hebben we knap aan de man gebracht. Wederopbouwproza was een mengvorm van stedenbouwkundige jargon en sociaal-democratische utopisme. Maar zoals Alfred Kossmann schreef in “Rotterdam als levensvorm” (1962): “uit vrees voor het leven zijn wij dingen belangrijker gaan vinden dan mensen, auto's belangrijker dan voetgangers (…) en nu beweren wij dat wij verkeerspleinen en stenen liefhebben hoewel wij enkel bang zijn voor intimiteit (…)”.   

Museum Rotterdam opent met de tentoonstelling De Nieuwe Stad, waarin we terugkijken op 75 jaar wederopbouw: die begon feitelijk twee weken na het meibombardement. Mensen begrijpen dat niet. Als ze verlekkerd naar de vooroorlogse plaatjes kijken. Dat maakt Rotterdam juist zo bijzonder. Terwijl elders in Europa een beweging op gang is gekomen om het moderne uit de stad te slopen en de centra te historiseren, doen wij dat in Rotterdam gelukkig niet. Daarom houd ik van deze stad: koersvast en trouw aan het stadsfilosofisch principe: dat wat eens als lelijk werd gezien, straks mooi gevonden wordt.

- Paul van de Laar, opening Timmerhuis 11 december 2015