Ontdek
Agnes Canta
Agnes Canta (1888-1964) is de kleindochter van de Rotterdamse schilder Johannes Canta, die bekend is om zijn huiselijke tafereeltjes. Haar opa heeft ze nooit gekend, want die overleed in het jaar dat ze geboren werd. Maar het bloed kroop kennelijk waar het niet gaan kon. In 1950 vertelde Agnes in een interview dat ze op haar twaalfde al heel zeker wist dat ze kunstenaar wilde worden. Als jong meisje volgde ze aan de Academie van Beeldende Kunsten in Rotterdam middaglessen en later de dagopleiding.
Agnes ontwierp affiches en boekomslagen en werkte mee aan de inrichting van het Nederlandse paviljoen op de Wereldtentoonstelling in Antwerpen en van het stoomschip ‘Nieuw Amsterdam’. Na de Tweede Wereldoorlog bleven de opdrachten komen. Ze ontwierp onder meer een glas-in-loodraam voor de Twentsche Bank en bracht een plafondschildering aan in de Amsterdamsche Incassobank, beide aan de Blaak. Daarnaast maakte ze vrij werk dat beïnvloed is door de Rotterdamse schilder Henk Chabot. Op haar 70ste werd Agnes geëerd met de penning van de Leuve vanwege haar bijzondere verdienste als kunstenaar. Ze overleed in 1964 in haar woning annex atelier in de Jan Kruijffstraat in Delfshaven, ‘in eenzaamheid’ aldus een in memoriam in het Vrije Volk.
In 1950 schilderde Agnes een deel van het 17de-eeuwse toegangshek van buitenplaats ‘Leeuwenhof’ aan de Delftweg in Overschie. In het schilderij laat ze het maanlicht spookachtig vallen op een gemetselde pijler die bekroond wordt door een wapenschild. Het lage standpunt draagt bij aan de dreigende sfeer. Het hek werd na aanpassingen in 1958 herplaatst bij landgoed Bingerden in de Achterhoek. ‘Leeuwenhof’ is inmiddels een Rijksmonument.