Farida Moultmar (1967) verhuisde op 6-jarige leeftijd met haar ouders van Tanger naar Brussel. Al op jonge leeftijd was ze graag aan het naaien en borduren, ze zag zichzelf al in de voetsporen treden van haar opa die kleermaker was en haar moeder die als naaister werkte. Wat later wilde ze naar de Modeacademie, maar haar vader stribbelde tegen: om naaister te worden hoef je toch geen opleiding te volgen! Maar ze zette door en meldde zich aan.

Na haar afstuderen ontmoette Farida haar toekomstige man en dat bracht haar naar het Noordereiland waar ze nog steeds woont. Toen haar kinderen ouder werden, wilde ze de taal beter leren en nieuwe mensen ontmoeten. Ze begon als vrijwilliger met naailes in het Oude Noorden en later bij het Wijkatelier op Zuid in de Afrikaanderwijk. Daar werd ze aangesteld als hoofd coupeuse en begeleidde talloze ontwerpers en kunstenaars in het uitwerken van hun ideeën. Farida werd opgevoed met een boodschap die ze in haar modevak uitdraagt: ‘Ik wil mensen van verschillende achtergronden, ook religies, bij elkaar brengen’. Na het Wijkatelier ging ze aan de slag bij een bruidsmodewinkel in Rotterdam. Farida is nog steeds lid van de Afrikaander Wijkcoöperatie.

In 2011 kocht Museum Rotterdam ter gelegenheid van de tentoonstelling ‘Familie’ een feestjapon (taqchita) die Farida ter gelegenheid van een bruiloft voor zichzelf had gemaakt. Het museum nodigde haar onlangs uit in het depot om te assisteren bij het passen van de japon op een pop voor de fotograaf. We lieten haar de collectie japonnen zien en zijn er trots op dat haar taqchita hiervan deel uitmaakt.