Museum Rotterdam heeft onlangs een schenking ontvangen van een aantal objecten dat afkomstig is van een Rotterdamse artsenfamilie. In twee delen vertellen we hierover. Dit is deel 2 over de schenking van een portret, een troffel en een tekening. Deel 1 verscheen al eerder in november.

Hendrik Sleurs (1835-1898) was de zoon van Anna Brugger Maes en de Rotterdamse arts dr. Johannes Sleurs. Ook Hendrik koos voor de geneeskunde en promoveerde op 23-jarige leeftijd op ‘Het moerasgif en zijne hygiëne'. Naast zijn praktijk als huisarts in Rotterdam was hij lid van de gemeenteraad en betrokken bij uiteenlopende organisaties in de stad. Zo was hij voorzitter van het Genootschap ter bevordering der koepokintening en president van de Katholieke Leesvereeniging.

De leesvereniging huurde voor haar bijeenkomsten en leestafel een lokaal aan de Delftsevaart, maar zocht een eigen pand in het centrum. Het bestuur liet zijn oog vallen op een 17^de-eeuws huis aan de Korte Hoogstraat nr. 16. Dat was niet alleen het woonhuis geweest van luitenant-admiraal Aert van Nes (1626-1693), maar ook het geboortehuis van Hendrik Sleurs. Het bestuur kocht het pand, liet het slopen en gaf architect Anton van de Sandt opdracht een nieuw gebouw te ontwerpen. Bij de sloop kwam een gevelornament vrij dat aan het museum werd geschonken. In dat ornament is een portret verwerkt dat volgens overlevering Geertruida den Dubbelde voorstelt, de echtgenote van Aert van Nes.

De eerste steen voor het nieuwe gebouw werd op 16 augustus 1894 gelegd door niemand minder dan Hendrik, die overigens een jaar eerder was teruggetreden als president. De architect gaf hem bij die gelegenheid een zilveren troffel cadeau. De familie schonk niet alleen deze troffel en een portret van Hendrik, maar ook een tekening van diens geboortehuis.