Marianne Grootenboer

Marianne Grootenboer (1941-2023) volgde de kweekschool aan de Hofstedestraat in het Nieuwe Westen om onderwijzeres te worden. Er ging een wereld voor haar open door het aanbod van creatieve vakken. Na haar opleiding combineerde ze het lesgeven met het maken van wandkleden. Maar ze wilde zich verder ontwikkelen en meldde zich aan bij de Academie van Beeldende Kunsten in Rotterdam.
Op een gegeven moment werd Marianne lid van de Stichting Vrouwen in de Beeldende Kunst (SVBK) die in 1977 was opgericht. Ze was geïnteresseerd in de feministische vraagstukken die er toen in de kunst speelden. In performances experimenteerde ze met kleurrijke vormen en materialen waarmee ze het vrouwenlichaam in een levend kunstobject transformeerde.

Marianne maakte geen onderscheid tussen werk en privé. Haar fascinatie voor kleuren kwam ook tot uiting in de kleding die ze voor zichzelf maakte. In 2002 verwierf Museum Rotterdam een representatief overzicht van haar (in eigen woorden) extravagante outfits. Tot op hoge leeftijd maakte ze een feestje van haar uiterlijk en trok zich niets aan van mensen die dat overdreven of gek vonden: ‘Ik mag dan boven de zeventig zijn, het leven blijft voor mij één groot kunstwerk’, vertelde Marianne ooit in een interview.

Eind jaren negentig pakte ze het schrijven op, iets wat ze als kind altijd graag had gedaan. Ze schreef verhalen en gedichten – voor kinderen en later ook volwassenen – en maakte er illustraties bij. Marianne werkte lange tijd onder de naam van haar eerste echtgenoot, Smits. Na haar scheiding gebruikte ze vanaf 2004 haar geboortenaam.

Een lijst met verhalen
-
Farida Moultmar
-
Verhaal
Farida Moultmar (1967) verhuisde op 6-jarige leeftijd met haar ouders van Tanger naar Brussel. Al op jonge leeftijd was ze graag aan het naaien en borduren, ze zag zichzelf al in de voetsporen treden van haar opa die kleermaker was en haar moeder die als naaister werkte.
-
-
Malou van den Berg
-
Verhaal
Malou van den Berg (1988) volgde de opleiding tot sociaalpedagogisch medewerker en werkte daarna enkele jaren als woonbegeleider. Maar in 2013 gooide ze het roer om en deed zij toelating bij de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam.
-
-
Marga Weimans
-
Verhaal
De ouders van Marga Weimans (1970) verhuisden in de jaren ’60 uit Suriname naar Nederland. Op school in Rotterdam was ze vaak het enige zwarte meisje in de klas. Het gaf haar op een positieve manier het gevoel dat ze exceptioneel was. Ze benadrukte dat graag door opvallende outfits te dragen.
-
-
Silvia B.
-
Verhaal
Silvia B. (1963) studeerde beeldhouwen en mode aan de Willem de Kooning Academie in Rotterdam. Na haar afstuderen brak een periode aan van zoeken en uitproberen.
-
-
Jeanne van Heeswijk
-
Verhaal
Na haar opleiding aan de Jan van Eyck Academie in Maastricht nam Jeanne van Heeswijk (1965) afstand van haar oude werk en startte een zoektocht naar de betekenis van kunst voor de samenleving.
-
-
Pia Bram
-
Verhaal
Pia Bram (1915-1992) wilde als meisje al hoedenmodiste worden, net als haar oma. Er was in die tijd geen opleiding, je leerde in de praktijk het vak van hoeden ontwerpen en maken. Zo begon ze haar loopbaan op 16-jarige leeftijd in een atelier aan de Kaasmarkt waar ze het eerste jaar nog niets verdiende en in het tweede jaar 25 gulden in de maand.
-
-
Berenice Noordam
-
Verhaal
Berenice Noordam (1957) volgde de Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Uiteindelijk ontwikkelde ze zich tot portretschilder. Haar atelier heeft ze in de oude dorpskern van Hillegersberg.
-
-
Janine Schrijver
-
Verhaal
Janine Schrijver (1966) werd geboren in Raamsdonk. Na de middelbare school volgde ze in het nabijgelegen Tilburg de lerarenopleiding tekenen en handvaardigheid, maar brak deze opleiding voortijdig af. Ze verhuisde naar Rotterdam en meldde zich aan bij de Academie van Beeldende Kunsten.
-
-
Agnes Canta
-
Verhaal
Agnes Canta (1888-1964) is de kleindochter van de Rotterdamse schilder Johannes Canta, die bekend is om zijn huiselijke tafereeltjes. Haar opa heeft ze nooit gekend, want die overleed in het jaar dat ze geboren werd. Maar het bloed kroop kennelijk waar het niet gaan kon.
-
-
Helena van der Kraan
-
Verhaal
Helena van der Kraan werd in 1940 geboren in Praag als Helena Jirina Maazel. Helena verdiende haar brood eerst als etaleur en later als grafisch ontwerper. Daarnaast was ze lid van een illegale kunstenaarsgroep die haar de aanzet gaf om te gaan schilderen.
-
-
Loes Veenstra
-
Verhaal
Als jonge moeder breide Loes truitjes, borstrokjes en luierbroekjes voor haar twee dochters. Rond 1955 begon ze truien te breien. Ze kon maar moeilijk stilzitten met haar handen en bijkomend voordeel was dat ze dan minder rookte, vertelde Loes ooit. Ze breide zonder patronen, ze had niet het geduld om die te lezen: ‘De trui ontstaat terwijl ik bezig ben’.
-
-
Henriëtte Reuchlin-Lucardie
-
Verhaal
Na haar opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunsten trouwde Henriëtte Lucardie (1877-1970) met jonkheer Maarten Reuchlin, Ze werkte in een atelier aan de Wijnhaven, maar bracht ook veel tijd door in de bossen van Oisterwijk.
-
-
Lucy Havelaar
-
Verhaal
Lucy Havelaar (1879-1970) groeide op in een welgestelde familie. Ze ontwikkelde zich tot een sociaal-activist en ontving de Paul Nijgh-penning op 80-jarige leeftijd als bekroning op haar werk.
-
-
Hester Verbeek
-
Verhaal
Hester Verbeek (1951) volgde allerlei schildercursussen tot ze zich realiseerde dat ze geen vooruitgang meer maakte. Daarom besloot ze een vierjarige opleiding bij SKVR te volgen.
-
-
Francina Louise Schot
-
Verhaal
Francina Schot (1816-1894) werd in Rotterdam geboren en begon al op jonge leeftijd met schilderen, maar volgde hiervoor geen opleiding. Op negentienjarige leeftijd exposeerde Francina voor het eerst in Rotterdam.
-
-
Elly Hendrix
-
Verhaal
In 1987 promoveerde Elly Hendrix (1944) aan de Rijksuniversiteit van Leiden. Na deze academische prestatie gooide zij het roer volledig om en opende als beeldhouwer een atelier aan de Voorstraat in het schilderachtige Delfshaven.
-
-
Iris de Kievith en Annemarie Piscaer
-
Verhaal
Iris de Kievith en Annemarie Piscaer zijn de oprichters van Lab AIR, dat ze omschrijven als een ‘ontwerpcollectief voor luchtvraagstukken’.
-
-
Gesina Boevé
-
Verhaal
Gesina Boevé (1881-1958) studeerde aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. Ze was een van de weinige vrouwen die lid waren van Rotterdamse kunstenaarsgroepen als R 33.
-
-
Georgette en Griettie van Stolk
-
Verhaal
Georgette van Stolk (1867-1963) was de jongste dochter van Johanna Breukelman en Adriaan van Stolk. Haar vader was een zakenman die veel geld verdiende in de graanhandel. Hij verzamelde kunst en was beschermheer van George Breitner in de periode dat de schilder nog in Rotterdam woonde.
-
-
Elisabeth Rijbergh
-
Verhaal
De Rotterdamse Elisabeth Rijbergh (1672-1721) was een van de weinige vrouwen die haar brood verdiende met papierknipkunst. Tot in het buitenland genoot ze een zekere bekendheid.
-