Ontdek
Pia Bram
Pia Bram (1915-1992) wilde als meisje al hoedenmodiste worden, net als haar oma. Er was in die tijd geen opleiding, je leerde in de praktijk het vak van hoeden ontwerpen en maken. Zo begon ze haar loopbaan op 16-jarige leeftijd in een atelier aan de Kaasmarkt waar ze het eerste jaar nog niets verdiende en in het tweede jaar 25 gulden in de maand. Daarna werkte ze bij een aantal hoedenwinkels, onder meer bij Maison Van Veen in de Van Oldenbarneveltstraat. In 1934 kwam Pia in dienst bij de Bijenkorf. Haar chef nam haar mee naar Antwerpen, Brussel en Parijs om de nieuwste hoedenmode te bekijken. Terug in Rotterdam maakte ze aan de hand van schetsen haar eigen versie van de hoeden die ze had gezien.
Vanaf de jaren zestig verdween de dameshoed uit het straatbeeld, ateliers en hoedenwinkels gingen een voor een dicht. Volgens Pia kwam dat door de kwetsbaarheid van het permanent dat weer in de mode kwam: ‘Een hoed werd hinderlijk, het haar werd door een hoed ingedeukt. De vrouwen droegen liever een hoofddoekje over het kapsel’, legde ze ooit uit in een interview. Een van haar laatste werkgevers was hoedenfabriek Grabo aan de Allard Piersonstraat waarvoor ze ontwerpen maakte. Van deze fabriek heeft Museum Rotterdam een hoedenmachine in de collectie.
Na haar pensionering begon Pia haar herinneringen aan de verdwenen ateliers en winkels vast te leggen. Ze exposeerde haar schilderijen regelmatig in de omgeving van haar woonplaats Capelle aan den IJssel. Een deel hiervan heeft zij aan Museum Rotterdam nagelaten.