Georgette van Stolk (1867-1963) was de jongste dochter van Johanna Breukelman en Adriaan van Stolk. Haar vader was een zakenman die veel geld verdiende in de graanhandel. Hij verzamelde kunst en was beschermheer van George Breitner in de periode dat de schilder nog in Rotterdam woonde. Georgette erfde na het overlijden van haar vader in 1894 een deel van zijn collectie én kapitaal.

Georgette was net als haar vader een fervent kunstverzamelaar. Ze kocht oude kunst, toegepaste kunst en werken van eigentijdse Nederlandse kunstenaars. Een van haar aanwinsten was ‘De sterrennacht’ van Vincent van Gogh die zij in 1906 bij de Rotterdamse kunsthandel Oldenzeel aan de Glashaven had gekocht. Dit inmiddels wereldberoemde schilderij bevindt zich nu in het Museum Of Modern Art in New York. Georgette was ook heel actief in het culturele circuit in Rotterdam en bekleedde daarin diverse bestuurlijke functies.

Georgette woonde vlakbij haar zus Griettie (1860-1941) aan de Honingerdijk in Kralingen. Griettie woonde op het landgoed Trompenburg dat eigendom was van haar man William Smith. Ook zij verzamelde kunst, daarnaast wordt ze beschouwd als grondlegster van het huidige Arboretum. Het museum bewaart een vuurscherm waaraan beide zussen hebben gewerkt: Griettie bracht een schildering aan op zijde die Georgette accentueerde met fijn borduurwerk. De voorstelling laat het parklandschap van Trompenburg zien met op de achtergrond de vage contouren van Villa Zonnehoek. Deze villa uit 1891 staat op de hoek van de Honingerdijk en Essenweg.

De beeldhouwer Jan Altorf heeft Georgette in brons geportretteerd terwijl ze zich concentreert op een naaiwerkje, misschien is ze wel aan het borduren.